Cognitieve faalangst: Cognitie heeft met leervermogen te maken.
Deze kinderen vinden het lastig om te laten zien wat zij aan kennis hebben geleerd.
Dit uit zich met name bij het maken van proefwerken, toetsen en examens. `Als ik maar weer geen onvoldoende haal`.
De concentratie op een mogelijke mislukking blokkeert de aanwezige kennis.
Dit is de meest bekende vorm van faalangst.
Sociale faalangst: Dit treedt op in contact met anderen.
Kinderen met sociale faalangst blokkeren bv. tijdens een spreekbeurt (voor een groep),
het ontmoeten van onbekenden, naar een verjaardagsfeestje gaan,
tijdens een telefoongesprek, boodschappen doen of zelfs tijdens een gewoon gesprek.
Hierbij zijn kinderen bang dat anderen negatief over hen denken, hen niet aardig zullen vinden, of niet interessant, waardoor ze zich onzeker gaan voelen en heel gespannen zijn in deze situaties.
Motorische faalangst: Dit is de angst om fouten te maken bij het uitvoeren van lichamelijke opdrachten. Bijvoorbeeld tijdens de gymles, het sporten, tekenen, handvaardigheid, koken en tijdens de autorijles.
Het treedt vooral op wanneer de druk van het lichamelijk moeten presteren groot is.
De spanning tijdens dergelijke momenten is zo groot, dat de spieren samentrekken en het lichaam letterlijk stijf staat van de faalangst.
Fysieke en mentale krachtoefeningen; om sterker in het leven te staan. Er wordt o.a. aandacht besteed aan de lichaamshouding. Een juiste lichaamshouding straalt kracht en rust uit, daardoor wordt er meer zelfvertrouwen ervaren.
Ontspanningsoefeningen; om ontspanning te ervaren en te leren hoe met faalangst om te gaan.
Motorische oefeningen/braingym; om helder te kunnen denken, zodat alle mogelijkheden ten opzichte van het leerproces zo goed mogelijk worden benut.